Het pand met de zes pilaren aan de Voorstraat heeft een rijke geschiedenis. Voor het begin van het verhaal moeten we twee eeuwen terug in de tijd. Op 10 oktober 1826 besloot de grietenijraad van Achtkarspelen een nieuw grietenijhuis (gemeentehuis) te bouwen, “aangezien het herstel van het oude grietenijhuis, dat van 1685 dateert, te veel zal kosten”. Een half jaar later volgde de aanbesteding en na veel moeite kreeg het grietenijbestuur uit Leeuwarden toestemming om 4600 gulden voor de bouw te besteden. Een groot bedrag voor die tijd. Vergeleken met het huidige gemeentehuis, was dit gebouw maar een heel bescheiden geval. In oude stukken valt te lezen dat het bestond uit: “twee benedenkamers, de eene bestemd voor de grietenijraad en de ander voor de secretarie met nog eene achterkamer voor de bewoners en verder eenige gerieflijkheden zonder meer”. Jurjen Jacobs Dijkstra, meester-timmerman te Buitenpost, was de bouwmeester.
Het resultaat mocht er toch zijn. Helemaal nieuw was het pand in 1827 niet, want het oude grietenijhuis, in voorgaande eeuwen het rechthuis genoemd, stond op dezelfde plaats. Het voorste deel werd afgebroken en herbouwd. Het oude (achterste) gedeelte was een kroeg ‘De Engel’. Een bepaalde periode woonde hier ook het gezin van de plaatselijke veldwachter. Zijn vrouw bediende de klanten in het café. Dorstige gemeenteambtenaren en raadsleden hoefden dus niet ver te lopen. In 1856 kwam er een bovenverdieping op het gebouw, omdat men gebrek aan ruimte had. Weer ongeveer 30 jaar later, zo rond 1886, zat men met hetzelfde probleem en de kosten van uitbreiding werden geschat op 7000 gulden. Hier werd in de gemeenteraad nogal tegenaan gehikt. Er gingen stemmen op om een nieuw gemeentehuis te bouwen en dan niet in Buitenpost, maar op een locatie in het centrum van de gemeente. Gedacht werd aan Augustinusga en Drogeham. Het kwam tot een moeizame discussie binnen de gemeenteraad. Niettemin werd met 8 tegen 7 stemmen besloten om het gemeentehuis in Buitenpost te laten blijven. In 1892 besloot men het gebouw ‘Nijenstein’ aan te kopen en dit te bestemmen als gemeentehuis.
Het gebouw met de pilaren (foto boven, iets rechts van het midden) werd door de gemeente verhuurd. Het werd postkantoor en zou dit ruim veertig jaren blijven. Een bekende postkantoorhouder uit die tijd was de heer W. Nuver. Zeker vermeldenswaard is dat de eerste vrouwelijke postkantoordirecteur in Nederland, mejuffrouw Schönfeld, er werkzaam was. Praktische overwegingen maakten dat de PTT elders onderdak zocht. “In de raadsvergadering van 13 October 1936 is besloten de huur van het gebouw waarin het postkantoor is gevestigd, per 1 October 1937 op te zeggen. Hieraan is uitvoering gegeven”, staat in de raadstukken van 2 september 1937 te lezen, “Zooals wellicht bekend is wordt het kantoor straks gevestigd in het door den kantoorhouder inmiddels gebouwde woonhuis op het gemeentelijk bouwterrein alhier”. Daarmee werd het nieuwe postkantoor aan de Julianalaan van de heer Brik bedoeld. Er wordt vervolgd met: “Het nu oude gebouw heeft als representatief gebouw dus een rijk verleden. Het is door den tand des tijds evenwel niet gespaard gebleven. Het komt B en W niet wenschelijk voor dit pand verder te verhuren daar het dan zeker moet worden gerestaureerd en veel kosten met zich zal meebrengen. Evenmin lijkt het B en W geschikt om eventueel later voor gemeentelijke doeleinden (politiegebouw of gymnastieklokaal) te worden ingericht. Daarom stellen zij voor het gebouw publiek te verkoopen”.
De overburen hadden wel interesse. Smid Gerrit Noordhof en drukker Bonne IJlstra werden de gezamelijke nieuwe eigenaren. Het gebouw kreeg een nieuw leven onder de naam ‘Gerbozalen’ (foto links boven kort na de oorlog, op het grote uithangbord valt deze aangenomen naam te lezen. Het bordje eronder vermeldt ‘Hoekstra – Groenten en aardappelen). Het pand werd winkelruimte en vergaderlokaal. Een bekende huurder was groenteboer Sjouke Stel. Nadat hij in 1943 tijdens de melkstaking werd doodgeschoten zette zijn weduwe nog enige tijd de kleine onderneming door. Kort na de oorlog is het nog een poosje schoolgebouw geweest. De lagere landbouwschool gaf er les tot aan de Julianalaan een nieuw schoolgebouw was verrezen. Nu zijn naast de vaste bewoners bovenin, op de begane grond een kapsalon en uitzendbureau gehuisvest.